De regels in verband met de opeisbaarheid van de BTW zijn de voorbije jaren meermaals gewijzigd waardoor het een complexe en onduidelijke materie werd.
Vervolgens besliste de BTW-administratie om deze regels vanaf 01/01/2016 te vereenvoudigen.
Graag herinneren we jullie kort aan de belangrijkste punten.
Algemeen:
Sinds begin dit jaar is de datum van de factuur doorslaggevend. Dit wil zeggen dat de datum van de factuur bepaalt wanneer de BTW verschuldigd is.
Deze factuur moet opgemaakt worden ten laatste de 15de dag van de maand volgend op het belastbaar feit, zijnde het tijdstip van de levering van het goed of het tijdstip waarop de dienst is verricht.
Indien de betaling plaatsvindt vóór de levering van het goed of voor het tijdstip waarop de dienst is verricht (= betaling voorschot) is de BTW opeisbaar op het moment van de betaling en moet er dan reeds een factuur uitgereikt worden (= voorschotfactuur).
Specifieke situaties:
- Factureren aan een belastingplichtige in een andere lidstaat van de EU (intracommunautaire levering/dienst):
de algemene regel is van toepassing maar uitzondering hierbij is dat de BTW nooit verschuldigd kan zijn vooraleer het goed werd geleverd of de dienst werd verricht.
- Factureren aan de overheid:
de BTW is opeisbaar op het moment dat de betaling van de overheid werd ontvangen. In dit geval heeft de datum van de factuur geen invloed, enkel de datum van de betaling.