Fiscaal co-ouderschap voortaan ook mogelijk voor ‘meerderjarige’ kinderen

Gescheiden ouders kunnen het fiscale voordeel voor de kinderen ten laste verdelen via de formule van ‘fiscaal co-ouderschap’, als voldaan wordt aan twee voorwaarden: gelijkmatig verdeelde huisvesting EN gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag. Op basis van de huidige regeling kan fiscaal co-ouderschap niet toegepast worden voor meerderjarige kinderen. Zij vallen immers niet meer onder ‘het ouderlijk gezag’.

Meerderjarige kinderen vergen echter vaak zwaardere financiële inspanningen van de ouders (hoger onderwijs, kledij, …)

De nieuwe wet schrapt daarom de tweede voorwaarde ‘het gezamenlijk uitoefenen van het ouderlijk gezag’. Voortaan is de fiscale co-ouderschapsregeling mogelijk indien twee niet meer samenlevende belastingplichtigen ‘voldoen aan de onderhoudsplicht’ volgens het burgerlijk wetboek. Ouders moeten naar evenredigheid van hun middelen zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen. Indien de opleiding niet voltooid is, loopt deze verplichting verder tijdens de meerderjarigheid van het kind.

De eerste voorwaarde ‘gelijkmatig verdeelde huisvesting’ blijft onverminderd van toepassing. Deze gelijkmatige verdeling moet blijken uit een geregistreerde overeenkomst of een rechterlijke beslissing.

De nieuwe regeling geldt vanaf aanslagjaar 2017 (inkomstenjaar 2016)