CODA Boekhouders & Fiscalisten BV | Zonhoven & Oudsbergen
Optionele verhuur met BTW: aangepaste regels
Nieuw of grondig verbouwde gebouwen In onze nieuwsbrief van mei werden de voorwaarden om een nieuw of grondig verbouwd gebouw te verhuren met BTW kort toegelicht: Onroerende verhuur: vanaf 1 oktober 2018 soms met BTW Waar de datum van inwerkingtreding aanvankelijk was voorzien op 1 oktober 2018, is dat nu volgens het wetsontwerp 1 januari 2019. Meer bepaald voor huurovereenkomsten afgesloten vanaf 1 januari 2019. De datum van 1 oktober 2018 blijft echter wel van belang om uit te maken of het betreffende gebouw voldoet aan de voorwaarden om optioneel verhuurd te worden met BTW. Het moet gaan om gebouwen waarvoor de BTW ten vroegste op 1 oktober 2018 opeisbaar is geworden (werken uitgevoerd in september 2018 die uiterlijk op 15 oktober 2018 gefactureerd moeten zijn, komen dus ook in aanmerking). Van belang hierbij is dat het enkel gaat over de “eigenlijke materiële bouwkosten” in de strikte zin. Volgende kosten mogen wel reeds eerder gemaakt zijn: voorafgaandelijke afbraak van een gebouw, grondwerken (saneringswerken, graafwerken), handelingen van intellectuele aard zoals de diensten van architecten, landmeters, veiligheidsexperten …, de aankoop van materialen die in het gebouw zullen worden ingelijfd, het huren van machines met het oog op de werkzaamheden.
Magazijnverhuur De terbeschikkingstelling van bergruimte voor het opslaan van goederen is vandaag verplicht onderworpen aan BTW. Vanaf 1 januari 2019 zal deze regeling tegelijk ruimer en enger worden.
Langere herzieningstermijn: van 15 jaar naar 25 jaar Door de onroerende verhuur te onderwerpen aan BTW, zal de verhuurder de BTW op de bouwkost kunnen recupereren. De herzieningstermijn voor het gebouw bedraagt in dit geval 25 jaar in plaats van de gebruikelijke 15 jaar.
Verhuur van korte duur De verplichte BTW-heffing bij kortdurende verhuur (minder dan zes maanden) van onroerende goederen zal eveneens ingaan op 1 januari 2019 in plaats van 1 oktober 2018. Het moet gaan om onroerende goederen die niet worden aangewend voor bewoning of handelingen van sociaal-culturele aard. |