Hinder door openbare werken

Vanaf 1 juli 2017 verdwijnen de bestaande steunmaatregelen voor inkomenscompensatievergoeding en rentetoelage. Ze worden vervangen door nieuwe, tweeledige steunmaatregelen:    

- een vast bedrag van € 2000 (de hinderpremie): deze wordt automatisch toegekend aan winkeliers die zich bevinden in de werfzone, ongeacht of er tijdens de duur van de werken wordt gesloten of niet                                                                                   

Flitscontroles in de bouwsector en de horeca

In het kader van het actieplan “Strijd tegen de sociale fraude en sociale dumping” worden in fraudegevoelige sectoren jaarlijks meerdere flitscontroles georganiseerd.
Op dinsdag 30 mei 2017 is het de beurt aan de bouwsector en de horeca.

Bij een zogenaamde sociale flitscontrole komen er meerdere inspectiediensten op hetzelfde moment ter plaatse om te kijken of uw onderneming alle regels correct toepast en de nodige documenten aanwezig zijn. 

De controles zijn erop gericht om het bewustzijn bij de werkgever te versterken om volledig in orde te zijn. Daarnaast is het de bedoeling om herhaaldelijke en zware fraude te detecteren en te sanctioneren.

Als werkgever binnen de bouwsector of de horeca kan u zich voorbereiden op deze controles door uw administratie op punt te stellen. Een handige checklist hiervoor vindt u terug op de website van de SIOD (Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst) via onderstaande links

Fietsvergoeding: binnenkort ook voor de snelle elektrische fiets

De federale regering dient binnenkort een wetsontwerp in dat ervoor zal zorgen dat ook de snelle elektrische fietsen recht geven op een fietsvergoeding voor woon-werkverkeer.

De zogenaamde speed pedelecs, elektrische fietsen die snelheden halen tot 45 kilometer per uur, worden beschouwd als bromfietsen. Bedrijven geven dan ook geen fietsvergoeding voor werknemers die dergelijke fietsen gebruiken voor woon- werkverkeer, omdat ze er belastingen op zouden moeten betalen.

Dat zal op korte termijn echter veranderen. De fietsvergoeding voor de speed pedelecs zal binnenkort voor de werknemer beschouwd worden als een vrijgesteld sociaal voordeel. Voor de werkgevers zullen de betaalde vergoedingen voor 120 procent aftrekbaar zijn.

Mobiliteitsbudget – Alternatieven voor de bedrijfswagen

Door groeiende milieu- en mobiliteitsproblemen staat de bedrijfswagen onder druk.
Er gaan steeds meer stemmen op voor even aantrekkelijke, maar duurzamere alternatieven. Bij voorkeur kan de werknemer vrij beschikken over een multimodaal mobiliteitsbudget. Zo’n budget kan een werknemer vrij spenderen aan een waaier van vervoersmogelijkheden. Over de praktische uitvoering bestaat echter nog heel wat discussie.

Het belangrijkste discussiepunt is hoe groot het resterende bedrag mag zijn dat de werknemer na de omwisseling van de bedrijfswagen in alternatieven, nog als loon ontvangt. Het is eveneens onduidelijk welke belastingen daar dan op betaald moeten worden.

Terwijl de sociale partners tegen de volledige omzetting van de bedrijfswagen in loon zijn, vertrekt het eerste wetsontwerp wél van dit standpunt. Werknemers zouden hun auto enkel integraal kunnen inruilen voor extra loon. Deze vergoeding zou op dezelfde gunstige manier belast worden als de bedrijfswagens.

Zelfstandigen en ziekte of arbeidsongeschiktheid

Wanneer zelfstandigen ziek of tijdelijk arbeidsongeschikt zijn, gaan ze doorgaans toch weer snel aan de slag. Ze zijn in de eerste plaats bezorgd om hun inkomsten, maar ook het verlies aan klanten of het feit dat ze geen vervanging hebben, speelt een rol.

Veel zelfstandigen weten echter ook niet goed welke rechten ze hebben. Zo hebben ze na de eerste maand recht op een ziekte-uitkering en bovendien kunnen ze tijdens de ziekteperiode vrijgesteld worden van sociale bijdragen.

Via onderstaande link van de FOD Economie vindt u een overzicht van de rechten en verplichtingen van de zelfstandige.

Het sociaal statuut van de zelfstandigen - Ondernemingen & Zelfstandigen - Home

Jobstudenten nog ten laste van ouders?

Jaarlijks veranderen de fiscale bedragen voor jobstudenten. De grensbedragen bepalen hun vrijgesteld inkomen en of ze fiscaal ten laste kunnen blijven van hun ouders. Even alles op een rijtje voor aanslagjaar 2018 (inkomstenjaar 2017).

RSZ:

Tot maximaal 475 gepresteerde uren per jaar is een verminderde RSZ bijdrage mogelijk. Boven deze grens wordt er meer RSZ ingehouden en houdt de student bijgevolg netto minder over.

Kinderbijslag:

Om de kinderbijslag niet te verliezen, mag een student maximaal 240 uren per kwartaal werken. Voor het derde kwartaal wordt hierop een uitzondering gemaakt aangezien tijdens de zomermaanden vaak vakantiewerk verricht wordt. Gaat men hierover dan verliezen de ouders het kindergeld voor het betreffende kwartaal.

Aankopen van goederen in het buitenland door “vrijgestelde BTW-plichtigen” of door niet BTW-plichtigen

Het doorgeven van je Belgisch ondernemingsnummer kan vergaande gevolgen hebben!

Wie?

  • Vrijgestelde kleine ondernemingen 
  • Belastingplichtigen die uitsluitend handelingen verrichten die door artikel 44 van het Btw-Wetboek zijn vrijgesteld en waarvoor zij geen enkel recht op aftrek hebben bijv. vrije beroepen
  • belastingplichtigen onderworpen aan de bijzondere landbouwregeling
  • niet-belastingplichtige rechtspersonen


Waarover gaat het?

Zij zijn niet BTW-plichtig. Bijgevolg moet er op hun omzet of ontvangsten geen BTW aangerekend worden. Anderzijds kunnen ze de BTW op hun aankopen/onkosten niet recupereren.

Diensten verstrekt door een vrijgestelde BTW plichtige of een niet BTW-plichtige aan een buitenlandse BTW-plichtige klant

Wie?

  • Vrijgestelde kleine ondernemingen 
  • Belastingplichtigen die uitsluitend handelingen verrichten die door artikel 44 van het Btw-Wetboek zijn vrijgesteld en waarvoor zij geen enkel recht op aftrek hebben bijv. vrije beroepen
  • belastingplichtigen onderworpen aan de bijzondere landbouwregeling
  • niet-belastingplichtige rechtspersonen  


Waarover gaat het?

Deze personen zijn niet BTW-plichtig. Wanneer er echter in een kwartaal een dienst wordt verricht aan een buitenlandse BTW-plichtige klant, moet er op het einde van het lopend kwartaal een Intracommunautaire Opgave (ICO) ingediend worden.

Wat doen?

Verdere daling notionele intrestaftrek voor aanslagjaar 2018

Het basistarief van de aftrek voor risicokapitaal bij vennootschappen, de zogenaamde notionele intrestaftrek, bedraagt voor aanslagjaar 2018 nog slechts 0,237% (tegenover 1,131% voor vorig aanslagjaar). Voor kleine vennootschappen in de zin van art. 15 W. Venn. betekent dit dat het tarief 0,737% bedraagt voor aanslagjaar 2018.

Het einde van de ecocheque

De ecocheque werd in het leven geroepen in 2009. Het is een goedkope manier voor werkgevers om een extraatje te geven aan hun werknemers, die er vastgelegde ecologische producten mee kunnen kopen. Sinds 1 maart 2016 kan de werknemer ook herstellings- en onderhoudswerken van de ecologische producten betalen met de cheques. Maar tegen 2018, amper 10 jaar later, verdwijnt de ecocheque.

Hier bestaan verschillende redenen voor. Heel wat cheques blijken niet gebruikt na het verstrijken van de geldigheidsduur. De administratieve rompslomp en bijhorende kosten zouden andere drijfveren zijn om de cheque te laten verdwijnen. Voor werknemers was het niet altijd duidelijk wat ze met de cheques konden kopen. Handelaars op hun beurt interpreteerden de regels vaak heel breed, waardoor ook niet ecologische producten over de toonbank gingen in ruil voor ecocheques.

Tegen 2018 verdwijnen de cheques. Het zal echter mogelijk zijn om hetzelfde bedrag als nettoloon uit te betalen onder een nieuwe looncode.

Buitenlands inkomen en kinderen ten laste: indien nodig bezwaar indienen voor verlies verhoging belastingvrije som

Een verhoging van de belastingvrije som voor kinderen ten laste, komt in België toe aan de partner met het hoogste inkomen. Indien het hoogste inkomen verwezenlijkt werd in het buitenland, moet het inkomen wel aangegeven worden in België, maar is het in principe vrijgesteld onder het zgn. progressievoorbehoud. Het belastingvoordeel voor kinderen ten laste gaat in dat geval verloren. Tijd voor actie!

Volgens de minister is de wet “nog niet” aangepast. Na het indienen van een bezwaar zal er echter afgeweken worden van de wettelijke aanrekeningsregel (op het hoogste inkomen). De verhoging van de belastingvrije som voor kinderen ten laste zal dan worden toegekend aan de partner met het belastbaar Belgisch inkomen (ook al is dat niet het hoogste inkomen).

Er kan ook een ontheffing van ambtswege ingediend worden. Indien dat gebeurt voor het einde van dit jaar, kan er zelfs teruggegaan worden tot aanslagen die gevestigd zijn sinds 01.01.2012.

Geen BTW-voorschotten meer voor kwartaalaangevers: goede opvolging vereist om cash problemen te vermijden

In de vorige nieuwsbrief werd reeds aangehaald dat de BTW-voorschotten voor kwartaalaangevers vanaf 1 april 2017 geschrapt worden. Deze wijziging kadert in een vereenvoudiging van de BTW-wetgeving en administratie. Tegelijk wordt het probleem van de voorfinanciering van de BTW aangepakt. BTW-plichtigen met sterk schommelende bedragen aan verschuldigde BTW, moesten voorheen soms te hoge voorschotten betalen ten gevolge van een piek aan inkomsten in het voorgaande kwartaal.

Investeringen in beveiliging van beroepslokalen: verhoogde fiscale aftrek

Op de site www.besafe.be/ondernemers/investeringsaftrek-beveiliging van de dienst Veiligheid en Preventie (FOD Binnenlandse Zaken) vindt u een overzichtslijst van beveiligingsmaterialen die recht geven op een verhoogde investeringsaftrek (vb. specifiek inbraakwerend glas, beveiligingssystemen voor deuren, camerasystemen …)

Voorwaarde is dat de materialen geplaatst worden door een geregistreerd aannemer (raadpleeg hiervoor www.nelectra.be). De aannemer moet een schriftelijke verklaring afleveren waarin hij garandeert dat de materialen geheel volgens de wettelijke voorschriften werden geplaatst.

Bovendien kan u de investeringen maar aftrekken voor zover ze effectief betaald werden in het belastbaar tijdperk.

Voorafbetalingen aan belastingen inkomstenjaar 2017: stijging vermeerdering wegens onvoldoende voorafbetaling

Gedurende de vorige twee inkomstenjaren bedroeg de vermeerdering in geval van onvoldoende voorafbetalingen slechts 1,125 %. Bijgevolg hebben veel belastingplichtigen tijdens die jaren geen of heel weinig voorafbetalingen gedaan. Vanaf inkomstenjaar 2017 bedraagt de verhoging minimum 2,25%. Er werd bovendien geen vermeerdering toegepast indien deze niet méér bedroeg dan hetzij 1% van de verschuldigde belasting, hetzij 40 euro (voor inkomstenjaar 2016). Deze limieten worden aangepast naar respectievelijk 0,5% en 80 euro (voor inkomstenjaar 2017).

Met enkel een betaling voor de vierde voorafbetaling (20 december) kan u voortaan geen vermeerdering vermijden.

Tijdstippen waarop voorafbetalingen gedaan kunnen worden: vóór 10 april, 10 juli, 10 oktober en 20 december.

Invordering Onbetwiste Schulden (IOS): een snellere en goedkopere schuldenregeling tussen bedrijven buiten de rechtbank

Ruim 30% van de schulden tussen ondernemingen wordt niet tijdig betaald, terwijl er vaak weinig discussie over bestaat. Sinds juli 2016 is er een nieuw KB Invordering Onbetwiste Schulden (IOS) van kracht, waardoor schulden waarvoor geen betwisting bestaat sneller en goedkoper via een administratieve, volledig digitale procedure geïnd kunnen worden in plaats van via de trage en dure gerechtelijke weg. De IOS-betalingsbevelprocedure verloopt in stappen:

Vervroegd op pensioen in 2017: nieuwe leeftijds- en loopbaanvoorwaarden

Reeds enkele jaren zijn de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden om op vervroegd pensioen te gaan steeds strenger geworden. Ook in 2017 moeten we met zijn allen opnieuw iets langer werken. Met een leeftijd van minstens 62,5 jaar en een loopbaan van minstens 41 jaar kan een werknemer in 2017 op een welverdiend pensioen vertrekken. De leeftijdsgrens verlaagt als je een loopbaan van 42 of 43 jaar hebt. Deze trend zet zich ook verder na 2017.

Ingangsdatum pensioen

Minimumleeftijd

Loopbaanvoorwaarde

Het ter beschikkingstellen van bedrijfswagens wordt duurder voor de vennootschappen-werkgevers

Tot en met 31 december 2016 waren volgende regels van toepassing: een vennootschap die een bedrijfswagen ter beschikking stelde aan een bedrijfsleider of werknemer, moest 17% van het voordeel dat belastbaar was in hoofde van de genieter toevoegen aan haar verworpen uitgaven. Wanneer de genieter van het voordeel een eigen bijdrage betaalt voor het persoonlijk gebruik van het voertuig, wordt zijn belastbaar voordeel verminderd met zijn persoonlijke bijdrage. Op die manier verkleinde de basis waarop het te verwerpen bedrag in hoofde van de vennootschap berekend moest worden.

Vanaf 1 januari 2017 zal het percentage van 17% opgetrokken worden naar 40% wanneer de brandstofkosten verbonden aan het persoonlijk gebruik geheel of gedeeltelijk door de vennootschap ten laste genomen worden. Bovendien zal bij het berekenen van het in hoofde van de vennootschap te verwerpen bedrag, voortaan de eigen bijdrage die de genieter van het voordeel betaalt buiten beschouwing gelaten worden.

Kwartaalvoorschotten BTW afgeschaft vanaf 1 april 2017

Minister van financiën Johan Van Overtveldt schaft betalingen van de kwartaalvoorschotten af. Deze wijziging werd in de beleidsnota van de minister opgenomen in het kader van een verdere vereenvoudiging van de btw-regelgeving en –administratie. Op deze manier wordt tevens het probleem van de voorfinanciering van de BTW opgelost.

Momenteel moet een belastingplichtige die kiest voor een btw-aangifte per kwartaal ook kwartaalvoorschotten betalen. Uiterlijk op de 20e van de tweede en derde maand van elk kwartaal moet er telkens een voorschot van 1/3 van de verschuldigde btw van het vorige kwartaal worden betaald. Dit geldt ook voor ondernemingen die slechts enkele facturen op jaarbasis hebben en soms voorschotten betalen voor een kwartaal waarin ze geen verkoopfacturen aangeven en dus geen btw verschuldigd zijn.

Sociale bijdragen: aanvraag tot vermindering mogelijk

De voorlopige sociale bijdragen van 2017 worden berekend op het inkomen van 3 jaar geleden, dus dat van 2014. Indien je inkomen van 2017 aanzienlijk lager zal zijn dan dat van 2014 kan er onder bepaalde voorwaarden een vermindering van sociale bijdragen aangevraagd worden. Dit kan onder meer het geval zijn bij een gewijzigde situatie zoals een omschakeling van hoofd- naar bijberoep, uitzonderlijke opbrengsten in 2014, …. Indien je hiervoor in aanmerking denkt te komen, neem dan contact met ons op zodat wij de nodige stappen kunnen ondernemen. De aanvraag tot vermindering gebeurt best voordat de bijdrage van het eerste kwartaal 2017 betaald wordt.

Nieuwe getuigschriften voor verstrekte hulp; wat te doen met de oude?

Vanaf 1 januari 2017 moet elke zorgverlener de nieuwe modellen van getuigschriften voor verstrekte hulp of van aflevering gebruiken. De overgangsperiode waarin de oude modellen nog konden worden gebruikt, loopt immers af op 31 december 2016. Er is echter een tolerantieperiode van 6 maanden (tot 30 juni 2017) voorzien. Dit betekent dat het ziekenfonds voor de getuigschriften die tijdens die periode zijn opgesteld, de patiënt zal uitbetalen ook al heeft de zorgverlener een oud model gebruikt. Wanneer de zorgverlener zelf (via papieren facturatie) oude modellen van getuigschriften indient in het kader van de derdebetalersregeling, zal het ziekenfonds ze niet uitbetalen aan de zorgverlener.

Loon uitbetalen in cash voortaan verboden in horeca- en bakkerijsector

Zoals reeds eerder gemeld, moeten werkgevers sinds 1 oktober 2016 de lonen van hun medewerkers verplicht digitaal uitbetalen. Onder bepaalde voorwaarden konden de sectoren hierop een uitzondering maken. Dit was onder meer het geval in de horeca- en bakkerijsector, maar die specifieke uitzonderingen zijn inmiddels vervallen.

In de horeca werd een uitzondering gemaakt voor occasionele werknemers (studenten, gelegenheidswerknemers en flexi-jobbers). In de bakkerijsector gold de uitzondering voor studenten die als bedienden werken in bakkerijen.

Zowel voor de horeca- als de bakkerijsector werd het bestaan van een sectoraal gebruik rond het uitbetalen van lonen in cash verworpen. Voor de bakkerijsector betekent dit dat werkgevers vanaf 28 januari 2017 geen lonen meer mogen uitbetalen in cash. Voor de horecasector is dit verboden vanaf 2 februari 2017.

Nuttige informatie over je zakenrelaties (klanten/leveranciers): informeer bij ons!

Het is (te) weinig geweten dat wij als beroepsbeoefenaar jaarrekeningen kunnen opvragen van zowel binnenlandse als buitenlandse vennootschappen, op voorwaarde dat ze een neerleggingsplicht van de jaarrekening hebben.

Alvorens als ondernemer samen te werken met derden (klant of leverancier) is het toch interessant te weten hoe deze er financieel voorstaat. Sta je op het punt belangrijke overeenkomsten af te sluiten, aarzel dan niet om contact op te nemen met ons kantoor. Op die manier kun je nalatige klanten vermijden of kan je te weten komen of er een risico is tot een inhoudingsplicht (bij samenwerking met aannemers).

Hypothecaire leningen en levensverzekeringen: verplichte elektronische aanlevering van gegevens aan de FOD Financiën

De wet van 18 december 2016 verplicht ons om de gegevens van hypothecaire leningen en levensverzekeringen elektronisch door te geven aan de overheid. Kredietinstellingen en verzekeringsondernemingen die fiscale attesten aan hun cliënten bezorgen, moeten vanaf aanslagjaar 2017 (fiscale aangifte over inkomstenjaar 2016) ook inlichtingen verstrekken aan de Federale Overheidsdienst Financiën.

Meldingsplicht en BTW voor groepspraktijken

Voor alle ondernemers die niet btw-plichtig zijn, kunnen er belangrijke wijzigingen zijn op vlak van doorrekening van kosten tussen collega’s die met u samenwerken.

U zal dan rekening moeten houden met een aantal nieuwe administratieve verplichtingen.

De vrijstelling van BTW voor wat betreft de behandeling van de patiënten blijft behouden.

We nodigen u uit op dinsdag 17 januari 2017 van 14u tot 15u om deze wetgeving toe te lichten bij ons op kantoor.

Gelieve voor 13 januari uw naam en het aantal deelnemers door te geven via Secretariaat@codaboekhouders.be.  De collega’s waarmee u samenwerkt zijn ook welkom.

De deelname is gratis.

Onderstaand treft u onze nota met de nieuwe wetgeving aan:

Bron: ci nr. 31/2016 (nr. E.T.127.540) dd.12/12/2016

Sociale bijdragen: eerste bijdrageherzieningen 2015 in aantocht

De berekeningswijze van de sociale bijdragen is vanaf bijdragejaar 2015 grondig gewijzigd. De sociale bijdragen van een bepaald jaar worden sindsdien berekend op basis van het netto belastbaar inkomen van het jaar zelf (tot en met 2014 werden de bijdragen berekend op basis van het netto belastbaar inkomen van 3 jaar voordien, zonder herziening achteraf).

Het gevolg is dat vanaf 2015 voor alle zelfstandigen eerst voorlopige sociale bijdragen aangerekend worden die jaar na jaar herzien worden. De voorlopige bijdrage wordt berekend op het netto belastbaar inkomen van 3 jaar voordien.

Aangezien de werkelijke inkomens van 2015 inmiddels officieel zijn vastgesteld door de fiscale administratie, zullen vanaf begin 2017 de eerste herzieningen van de bijdragen van 2015 verstuurd worden!

Studentenjobs: 50 dagen worden 475 uur

Op 1 januari 2017 zijn de regels op studentenarbeid gewijzigd. De 50 dagen waarin studenten mochten werken met verminderde sociale bijdragen, worden voortaan omgezet in 475 uur. De maatregel is vooral interessant voor studenten die geen volledige dagen werken.

Het vorige systeem was niet voor iedereen even interessant. Een student die maar een paar uur per dag werkte, was toch een dag kwijt. Daarom besloot de federale regering om de dagen om te zetten in uren. Vanaf 1 januari geldt een gewerkt uur dus als een uur en niet meer als een volledige dag. Bovendien verhoogde de regering het aantal uren tot 475, het equivalent van bijna 60 dagen (uitgaande van 8 uur per dag). Op fiscaal vlak genieten studentenbezoldigingen een vrijstelling inzake bedrijfsvoorheffing; deze zal voortaan eveneens toegepast worden op 475 uren studentenarbeid per kalenderjaar.

Raadpleeg uw aanvullend pensioen voortaan via mypension.be

Iedereen, of u nu loontrekkend of zelfstandige bent, heeft voortaan toegang tot DB2P, de nationale databank van de aanvullende pensioenen, ook wel de tweede pensioenpijler genoemd. Via dit portaal raadpleegt u informatie van verzekeraars en pensioenfondsen over de pensioentoezegging waarop u aangesloten bent.

Welke gegevens vindt u op mypension.be?

Elk jaar kan u vanaf 1 oktober op www.mypension.be uw nieuwe situatie voor het lopende jaar bekijken. Nadat u zich met uw elektronische identiteitskaart aanmeldde, krijgt u een overzicht van:

Speed pedelecs: geen vrijstelling fietsvergoeding voor woon-werkverplaatsingen

Speed pedelecs zijn elektrische fietsen die tot 45 km per uur kunnen halen. Sinds 1 oktober moet al wie met een speed pedelec fietst een rijbewijs hebben, een nummerplaat aanvragen bij de DIV, een helm dragen en een verzekering afsluiten.

Aangezien dergelijke fietsen een ideaal alternatief vormen voor korte en middellange afstanden, voert de minister van mobiliteit gesprekken om de aankoop van dergelijke fietsen in de toekomst fiscaal aftrekbaar te maken.

Aangezien speed pedelecs volgens de huidige Belgische wetgeving beschouwd worden als “bromfietsen” vallen ze buiten de specifieke vrijstellingsregeling die geldt ten aanzien van de kilometervergoeding die werknemers ontvangen in verband met werkelijk met de fiets gedane woonwerkverplaatsingen. Voor elektrische fietsen met een trapondersteuning van max. 25 km per uur gelden daarentegen dezelfde fiscale voordeelmaatregelen als bij gewone fietsen.

Wordt vervolgd …

Geregistreerd kassasysteem is onverenigbaar met forfaitaire taxatie

Belastingplichtigen die hetzij “verplicht”, hetzij “vrijwillig” gebruik maken van een geregistreerd kassasysteem, worden met ingang van 1 januari 2017 voor hun gehele activiteit uitgesloten van de forfaitaire regeling zowel inzake BTW als inzake personenbelasting.

Uitbaters van een restaurant- of cateringbedrijf zijn verplicht een BTW-kasticket van een geregistreerd kassasysteem uit te reiken, indien hun jaaromzet exclusief BTW van de restaurant- en cateringdiensten hoger is dan 25.000 EUR.

Verhoging roerende voorheffing op dividenden van 27% naar 30%: tussentijds dividend nog aan 27%!

Vanaf 1 januari 2017 stijgt de roerende voorheffing op dividenden van 27% naar 30%. Voor vennootschappen die in aanmerking komen om deze maand nog een tussentijds dividend uit te keren, kan de inhouding van de roerende voorheffing nog aan 27%.
De uiterste datum van betaalbaarstelling van het dividend is in dat geval 31 december 2016. De aangifte en betaling van de roerende voorheffing dient vervolgens binnen de 15 dagen te gebeuren, dus uiterlijk op 15 januari 2017.

Een tussentijds dividend is een dividend waartoe een bijzondere algemene vergadering op elk moment van het boekjaar kan beslissen en waarvan het bedrag ten hoogste gelijk mag zijn aan de uitkeerbare winst.

Print-vriendelijke versieStuur naar een vriendPDF versie
Inhoud syndiceren

Vestiging Oudsbergen

 

Industrieweg Noord 1192

3660 Oudsbergen

Tel: 011/398.777

Vestiging Zonhoven

 

Stationsstraat 1

3520 Zonhoven

Tel: 011/398.777

 

Blijf op de hoogte van ons laatste nieuws!