Het bankgeheim in België inzake inkomstenbelastingen ligt al enkele jaren onder vuur. Sinds 1 juli 2011 werd de wetgeving dan ook sterk versoepeld zodat de fiscus zich kan richten tot financiële instellingen voor inlichtingen over rekeningen van belastingplichtigen.
De fiscus kan dit echter niet zomaar aangezien er specifieke voorwaarden verbonden zijn aan deze versoepeling.
In de volgende gevallen mag de administratie inlichtingen winnen bij een financiële instelling:
- Als er aanwijzingen zijn van belastingontduiking (ruim begrip!);
- Als de fiscus voornemens heeft om een indiciaire aanslag te vestigen;
- Als een inlichting gevraagd wordt door een buitenlandse staat.
Vooraleer dat er effectief sprake kan zijn van een opheffing moet de fiscus een specifieke procedure volgen. Daarbij is het essentieel dat de fiscus niet kan optreden zonder dat de belastingplichtige daarvan eerst op de hoogte is gesteld.
De belastingplichtige moet dus eerst de kans krijgen om spontaan mee te werken aan het onderzoek. Pas als hierna nog aanwijzingen zouden zijn dat er informatie achtergehouden wordt en als de taxatieambtenaar toelating heeft van zijn directeur kan men inlichtingen opvragen. De belastingplichtige wordt van deze vraag om inlichtingen bij de financiële instelling steeds met een specifieke motivatie op de hoogte gebracht.
Banken geven lijsten van alle rekeningen en houders
Om het opvragen van deze gegevens praktisch vlot te laten verlopen, is al van in het begin een “centraal aanspreekpunt” in het vooruitzicht gesteld. Alle financiële instellingen zouden aan dat aanspreekpunt o.a. de nummers van alle rekeningen moeten meedelen samen met de naam van de houder(s).
Pas nu, na twee jaar van onduidelijkheid, neemt dat centraal aanspreekpunt concrete vormen aan (KB 17/07/2013). Het CAP is ondertussen effectief opgericht als een afzonderlijk functionerende entiteit binnen de Nationale Bank.
Verplichte meldingen, termijnen en retroactiviteit
Alle financiële instellingen zijn verplicht om alle zicht- en spaarrekeningen van belastingplichtigen te melden. Sommige rekeningen, zoals bv. termijnbeleggingen en effectenrekeningen, kunnen buiten de meldingsplicht vallen. Contracten die rechtstreeks of onrechtstreeks via een agent met een cliënt afgesloten werden dienen ook gemeld te worden (hypothecaire kredietovereenkomsten, leasingcontracten, contracten m.b.t beleggingsdiensten,…).
De banken e.a. financiële instellingen krijgen de tijd tot begin volgend jaar om alle gegevens te verzamelen en door te spelen aan het CAP. De fiscus zal vanaf mei 2014 effectief opvragingen kunnen doen.
De fiscus zal dan kunnen teruggaan in het verleden aangezien alle gegevens vanaf 2010 moeten doorgegeven worden.
Conclusie
De fiscus kan niet onbeperkt bankgegevens van belastingplichtigen in kijken aangezien het centraal aanspreekpunt enkel namen en rekeningnummers zal bevatten. In concrete situaties (belastingontduiking, indiciaire afrekening) kan hij wel, na het volgen van een strikte procedure, specifieke informatie opvragen om zo een nieuwe belastbare basis samen te stellen.
Met deze nieuwe wetgeving staan we weer een stap dichter bij het volledig verdwijnen van het bankgeheim voor de fiscus.